top of page

De nieuwe wettelijke regeling in het kort voor partneralimentatie vanaf 1 januari 2020

De partneralimentatie gaat per 1 januari 2020 op de schop: in plaats van maximaal 12 jaar wordt de uitkering van de meest verdienende ex-partner naar de andere teruggebracht naar de helft van de huwelijksduur met een maximum tot vijf jaar vanaf de echtscheidingsdatum.

De nieuwe regels kennen uitzonderingen:

  • Mensen geboren voor of op 1 januari 1970 en langer dan vijftien jaar getrouwd hebben recht op tien jaar alimentatie.

  • Bij echtparen met kinderen onder de 12 jaar houdt de ex-partner recht op twaalf jaar alimentatie tot het jongste kind twaalf jaar is.

  • Na een huwelijk van minimaal vijftien jaar, waarbij de alimentatieontvanger de AOW-leeftijd binnen tien jaar na de scheiding bereikt, heeft hij of zij tien jaar recht op alimentatie tot aan de AOW leeftijd net een maximum van tien jaar


Overigens houdt de rechter in schrijnende gevallen altijd het laatste woord. Dat valt onder de hardheidsclausule. De mogelijkheid om in schrijnende gevallen een langere termijn dan vijf jaar toe te wijzen blijft bestaan.

Alimentatie per 1 januari 2020

Alimentatiebedragen stijgen jaarlijks op grond van artikel 402 a Boek I BW. De Minister van Veiligheid en Justitie stelt het indexeringspercentage vast. Het indexeringspercentage voor 2020 bedraagt 2,5%. 

 

​Zeven tips voor de gescheiden ouder met kinderen, en vooral: wees open naar elkaar

1. Begin met een zo kaal mogelijk ouderschapsplan. De periode net na de scheiding is de ‘crisistijd’, dan kunnen mensen zelden rustig om de tafel. Spreek af om het plan elk half jaar of jaar te evalueren en waar nodig aan te passen. Advies: doe dat structureel, anders gaan mensen pas praten bij een conflict over een verhuizing, nieuwe baan of partner. Dan ben je te laat.

2. Voor heel jonge kinderen is een week onoverzichtelijk lang. Dan kan vaker wisselen wenselijk zijn. Bij baby’s en peuters is het van belang om kleine dingen hetzelfde te houden in de twee huizen. Dat geeft hen een gevoel van veiligheid. Vaste bed-rituelen, wat je doet als het kind huilt.

3. Neem als ouder de logistiek (vergeten, verdwenen en dubbele spullen) uit handen van de kinderen, zeker in de basisschoolleeftijd. De afstand tussen de huizen moet overzichtelijk zijn, zodat de sociale omgeving (sport, vrienden, school) van het kind beschikbaar is vanuit beide huizen.

4. Hoe ouder het kind, hoe vanzelfsprekender de verschillen in opvoedstijl of gewoontes van beide ouders in beide huizen zijn. Voor de meeste kinderen geldt: bij mama gaat het zo, bij papa zo. Stem het af bij je kind, hoe gaat het bij mama en wil je dat ook zo? Soms gaat dat over heel kleine dingen. De kleur van het dekbed, dezelfde knuffel, de deur op een kier. Vanaf een jaar of 12 krijgen kinderen meer en meer de behoefte om zelf aan te geven hoe ze het willen. Dat is een leeftijd waarop ze zeggen: ik snap wel dat ik af en toe bij mijn moeder ben, maar op zaterdag na voetbal wil ik wel afspreken met mijn vrienden.

5. Misschien wel dé vuistregel voor succes: waarborg de band met je kind. Wees open, communiceer. Vaak komen er nieuwe partners, nieuwe kinderen. Dat is niet per se negatief, wel iets nieuws om aan te wennen. En altijd zal voor het kind de vraag spelen: doe ik er nog wel net zoveel toe.

6. Een even pijnlijk als heugelijk inzicht: kinderen beschikken over een idiote hoeveelheid veerkracht en overlevingsdrang. Zij laten hun leven niet door hun ouders verpesten. Het kost tijd, maar ze passen zich aan en maken er bijna altijd het beste van.

7. Kinderen willen graag gehoord worden. Luister naar ze, zo kunnen ze gemaakte afspraken als eerlijker ervaren.

Wetsvoorstel tot wijziging partneralimentatie door de Tweede Kamer

Op 11 december 2018 is de Wet herziening partneralimentatie door de Tweede Kamer aangenomen.
Het oorspronkelijke initiatiefwetsvoorstel dateert van 19 juni 2015. De beoogde ingangsdatum van het nieuwe regime is 1 januari 2020.
Hiermee wordt de duur van de partneralimentatie gemaximeerd tot 5 jaar. Daarop zijn twee uitzonderingen: langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.
Ook is er in het voorstel een hardheidsclausule opgenomen voor schrijnende gevallen en is er voorzien in overgangsrecht.

Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid vindt plaats op
29 januari 2019. Dit is de eerst fase van de schriftelijk voorbereiding door de Eerste Kamercommissies.
 

Kinderen in de scheiding: een recent landelijk onderzoek

 

Tijdens de scheiding van hun ouders wordt er te weinig naar kinderen geluisterd. Dat blijkt uit een recent landelijk onderzoek onder (inmiddels volwassen) kinderen. Meer dan de helft van de ondervraagden (54%) zegt bijvoorbeeld dat er géén rekening is gehouden met hun wensen bij de omgangsregeling.
 

Meer cijfers uit het onderzoek:

  • 75% van de (nu volwassen) kinderen had tijdens de scheiding geen inspraak in de omgangsregeling.

  • 48% van de (nu volwassen) kinderen zegt dat hun ouders slecht met elkaar omgingen na de scheiding.

  • 50% geeft aan als kind met niemand te hebben gepraat over de scheiding.

  • 23% van de ouders heeft de kinderen samen verteld dat ze gingen scheiden.

  • 54% vindt dat er als kind geen rekening is gehouden met zijn of haar wensen over de omgangsregeling.

  • 9% van de ouders bleef ook na de scheiding ruziemaken over de omgangsregeling.

  • 33% van de (nu volwassen) kinderen zegt dat hun ouders redelijk tot goed met elkaar omgaan.

  • 65% van de (nu volwassen) kinderen van gescheiden ouders zegt dat hun vader goed luisterde.

  • 25% van de kinderen had inspraak in de omgangsregeling toen hun ouders gingen scheiden.

 

Nieuw belastingplan verlaagt aftrek partneralimentatie per 2020
 

Prinsjesdag 2018 presenteerde het kabinet haar plannen, waaronder het nieuwe belastingplan. Dit plan heeft onder meer gevolgen voor de aftrek van de partneralimentatie.
 

Aftrek gaat stapsgewijs naar beneden
Het nieuwe belastingplan, dat afgelopen Prinsjesdag werd gepresenteerd, gaat voor het grootste deel volgend jaar in. Het gedeelte dat gaat over de partneralimentatie gaat echter pas in -stapsgewijs- in 2020. Uiteraard pas nadat Eerste en Tweede Kamer hiermee akkoord zijn gegaan. Het plan heeft onder andere gevolgen voor de aftrek van partneralimentatie, met name voor de hogere inkomens.

Hoge inkomens gaan het merken
De aftrek voor partneralimentatie is op dit moment 52%. Vanaf 2020 wordt dit in stapjes afgebouwd naar 37%. Dit betekent dat met name de hogere inkomens -vanaf 68.000 euro-hier nadeel van ondervinden. De lagere en middeninkomens krijgen weliswaar ook 37% aftrek, maar zitten tevens in de belastingschijf van 37%. Zij zullen dus geen achteruitgang ervaren.

De hogere inkomens gaan het wel merken. Als iemand 1.000 euro partneralimentatie per maand betaalt, heeft hij nu nog na 52% aftrek een netto maandlast van 480 euro. Bij aftrek tegen 37% wordt de netto maandlast 630 euro. Een flink verschil.

Let op wat in echtscheidingsconvenant komt
De verminderde aftrek gaat pas in 2020 in. Als u binnen nu en een jaar gaat scheiden, let dan goed op wat in het echtscheidingsconvenant komt te staan. Heeft u een inkomen van meer dan 68.000 euro en betaalt u partneralimentatie? Neem dan in het convenant op dat er opnieuw naar de hoogte van de alimentatie wordt gekeken, als de verminderde aftrek inderdaad doorgaat. In dat geval krijgt u namelijk netto flink hogere maandlasten en zal er opnieuw een alimentatieberekening moeten worden gemaakt.

Stapsgewijze afbouw tot 2023
Als de Eerste en Tweede Kamer komende Algemene Beschouwingen vóór het voorstel van verminderde aftrek stemmen, ziet het afbouwschema er als volgt uit:
In 2020: 46% aftrek, in 2021 43% aftrek, in 2022 40% aftrek en in 2023 37% aftrek. Dit is de definitieve hoogte. 

Indexering alimentatie per 1 januari 2019

Alimentatiebedragen stijgen jaarlijks op grond van artikel 402a Boek I BW. De Minister van Veiligheid en Justitie stelt het indexeringspercentage vast. Het indexeringspercentage voor 2019 bedraagt 2 %. 

Goed uit elkaar gaan als er kinderen zijn
 

Een scheiding is een moeilijk en verdrietig proces. Er verandert veel voor alle betrokkenen, ook voor de kinderen. Het is belangrijk en zelfs wettelijk verplicht om uw (met name oudere) kinderen te raadplegen in de scheiding. Samen maken de ouders afspraken over het gezinsleven na de scheiding. Uiteraard gebeurt dit op een manier die bij de kinderen past. Kinderen zijn meestal gebaat bij een tevoren door de ouders gemaakte regeling, zodat zij zo min mogelijk belast worden met keuze voor de ene of de andere ouder.

Emoties rondom het uit elkaar gaan maken het vaak lastig om juiste beslissingen te nemen. Als vFAS-advocaat/mediator help ik u graag bij het doorlopen van het proces en het maken van de juiste en wettelijk verplichte afspraken. Of het nu gaat om hoe u het beste aan de kinderen kunt vertellen dat u gaat scheiden of over de financiën.
 

Een moeilijke boodschap voor de kinderen: ‘we gaan uit elkaar’
Aan de kinderen vertellen dat u gaat scheiden is vaak enorm moeilijk en verdrietig. Het is het beste voor de kinderen om te horen dat er een scheiding komt als u helemaal zeker bent van uw zaak. Breng deze moeilijke boodschap bij voorkeur samen. Kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en willen graag weten hoe hun leven er uit gaat zien. Vaak zullen zij nog heel erg met zichzelf bezig zijn. Andere kinderen willen graag helpen of willen weten wat er mis is gegaan. Voor een kind is het van groot belang om niet tussen de ouders in te komen staan. Het is belangrijker dat de kinderen weten waar ze aan toe zijn. Kinderen mogen uiteraard suggesties doen over hun leefsituatie na de scheiding. Het is belangrijk dat gesprekken hierover op een zorgvuldige manier met de kinderen worden gevoerd. Op die manier krijgen zij een passende rol in het proces. Zij zijn echter niet verantwoordelijk voor de te nemen beslissingen. Dat blijven de ouders.
 

Kinderen en de nieuwe situatie: een ouderschapsplan als basis
Ouders moeten stilstaan bij de vraag hoe ze de zorg voor kinderen voor zich zien in hun nieuwe situatie. Er zijn verschillende manieren om samen verder te gaan als gezin na de scheiding. In een ouderschapsplan maakt u afspraken over de verdeling van de zorg- en opvoedtaken en zorgdagen. De ouders kunnen afspreken af dat de kinderen bij de hoofdverzorgende ouder wonen en regelmatig bij de andere ouder verblijven. Zij kunnen ook een co-ouderschap afspreken. Bij co-ouderschap zorgen de ouders na de scheiding samen -meestal vanuit twee huizen- voor de kinderen. De ouders verdelen de zorg- en opvoedtaken voorafgaand aan de scheiding in het ouderschapsplan.
 

Scheiden: stap voor stap
Om goed voorbereid aan de scheiding te beginnen, kunt u het vFAS-stappenplan nalopen. Daarin vragen we u stap voor stap om de juiste gegevens te verzamelen ter voorbereiding: van uw personalia en bezittingen en schulden tot zaken als pensioen en vragen die straks in het ouderschapsplan komen te staan. Daarna kunt u snel en eenvoudig contact opnemen met een
vFAS-advocaat bij u in de buurt, die de verzamelde informatie kan gebruiken tijdens de scheiding.

Indexering alimentatie per 1 januari 2018

Alimentatiebedragen stijgen jaarlijks op grond van artikel 402a Boek I BW. De Minister van Veiligheid en Justitie stelt het indexeringspercentage vast. Het indexeringspercentage voor 2018 bedraagt 1,5%. 

Op 1 januari 2018 houdt de wettelijke gemeenschap van goederen op te bestaan

Een gemeenschappelijk vermogen en twee privévermogens
Het belangrijkste argument voor de nieuwe wetgeving is dat het huidige stelsel een verkeerd uitgangspunt hanteert door gemeenschappelijk te maken wat van nature privé is. Goederen, schulden, erfrechtelijke verkrijgingen en giften (ook zonder uitsluitingsclausule), voor het aangaan van het huwelijk verkregen, vallen niet meer in de goederengemeenschap, maar blijven in de nieuwe wet privé.

Behoorde een goed voor de huwelijkssluiting echter al aan beide echtgenoten gezamenlijk toe, dan blijft dat zo.
Goederen die tijdens het huwelijk worden verkregen door een echtgenoot afzonderlijk of door beide echtgenoten tezamen behoren eveneens tot de gemeenschap. Dat blijft door de nieuwe wet dus onveranderd.  
Onder de nieuwe wet zal er standaard sprake zijn van drie vermogens: het gemeenschapsvermogen en de
2 privé vermogens van beide echtgenoten. Verschillende vermogens kunnen zich echter vermengen. Kan geen van beide echtgenoten bewijzen dat het goed privé is, dan wordt het goed als gemeenschapsgoed aangemerkt. Om dat te voorkomen is het noodzakelijk om een deugdelijke administratie bij te houden. Dat zal voor veel mensen een behoorlijke opgave zijn.

Schuldeisers
Een andere belangrijke wijziging betreft de positie van schuldeisers ten opzichte van de echtgenoten. In de nieuwe wet wordt de echtgenoot van een schuldenaar beter beschermd tegen schuldeisers. Behoort de schuld niet tot de gemeenschap, dan kan deze privé schuld slechts voor de helft van de verkoopopbrengst verhaald worden. De andere helft komt de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. Daarnaast krijgt de echtgenoot van de schuldenaar het recht om het goed waar de schuldeiser zich op wil verhalen, over te nemen tegen betaling van de helft van de waarde van dat goed uit zijn privé vermogen. Maakt de echtgenoot van dat overnamerecht gebruik, dan gaat het goed tot het privé vermogen van die echtgenoot behoren. Zo kan die echtgenoot bijvoorbeeld bewerkstelligen dat de gemeenschappelijke woning behouden blijft.  

Ondernemers
De nieuwe wet bepaalt, dat de gerechtigdheid tot de onderneming die een echtgenoot voor het huwelijk had, bijvoorbeeld een maatschap of vennootschap onder firma of BV of NV buiten de gemeenschap blijft. De ondernemer zou hierdoor kunnen denken dat hij en zijn onderneming beschermd zijn tegen aanspraken van zijn aanstaande echtgenoot.
Het ligt echter anders. De wet heeft het volgende bepaald: als de echtgenoot/ondernemer in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van die onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen, dan komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen, aldus de wettelijke bepaling.
Hoe deze redelijke vergoeding moet worden bepaald, zegt de wet niet. Het betreft een volstrekt open norm die per geval nader ingevuld zal moeten worden. Dat heeft rechtsonzekerheid tot gevolg. De ondernemer doet er dan ook verstandig aan huwelijkse voorwaarden sluiten, waarin bijvoorbeeld de wettelijke vergoeding wordt uitgesloten, om de discussie over de invulling van deze redelijke vergoeding te voorkomen.

Inwerkingtreding 1 januari 2018
Voor huwelijken die na 1 januari 2018 worden gesloten geldt de nieuwe -beperkte- gemeenschap van goederen. Voor huwelijken die daarvoor zijn of worden gesloten, blijft de huidige gemeenschap van goederen gelden.

bottom of page